Alles kan of Lies en de zee-egel
Twee eskimovrouwen staan tegenover elkaar. Ze houden elkaars armen vast. Ze zingen. De mond van de ene is de klankkamer voor de zang van de andere. Ze zingen onzin, ze zingen woorden. Het is een wedstrijd. Zand op een zeebed werd mijn mond ingestreden. Mijn stamelkamer blaat nu het het volgende terug:
Er past een ziel, een lichaam, een schreeuw, een zee in en takken. Maar wat betekent het om een lichaam te bezitten, een ruimte in te nemen of een ruimte met een ander lichaam te delen? Hoe leg je de veelheid en veelvuldigheid uit aan de ander? Dat er een wolf, een tijger en een hyena in je huist.
Oh sorry, ik zei ‘je’. Oh sorry, ik zei ‘ik’. Ik had ‘zee’ moeten zeggen.
Er is zingen dat je roept, dat je oproept te zingen, zoals golven gebed over een stad rollen vanuit minaretten. Wat zetten wij daar tegenover? Ons lichaam, dat knielt met de snavel naar de grond, met de staart naar de hemel, dat met stoppels van snorharen langs een wang wrijft, met een spitse neus aan een kruis snuift. Wij zingen met een lichaam dat mogelijk is en zich door stad en land beweegt.
Wij willen dat lichaam verliezen, laten het achter aan een boom, laten het uitpersen door een hard voertuig, zodat men takken en zee kan zien - aanrijding met een persoon. Wij maken films over het geheugen van water. Gaan liggen, worden onthouden en onderhouden.
Op Madagascar gelooft men dat de ziel het lichaam pas verlaat nadat het vergaan is. Tijdens het draaien van de botten wordt het lichaam opgegraven in dure doeken gewikkeld en wordt ermee gedanst. Dan gaat het terug in het graf.
En onze huid is juist, maar niet zo juist als die van zee-egels. Zij gebruiken het hele oppervlak van hun lichaam om te kunnen zien.
Ik buig en strek mijn lichaam om er adem in te brengen. Met mijn ogen dicht gaat dat beter. Zien houdt mij niet binnen.
De zee-egel gebruikt de onderkant van het lichaam als netvlies. De rest is een schild tegen binnenkomend licht.
William Blake liet de duivel via Miltons knie bezit van hem nemen. Het lichaam van Lies schreef eerder dat ze een lied begon als oefening in vergeten en dat mensen soms een wak te vullen hebben in elkaar. Ze voerde een bewegingsloze danser ten tonele die beloofde lang en hard om zich heen te slaan. Wij boetseren een masker dat genoeg op ons gezicht lijkt om voor ons gezicht door te gaan. Onze dans is een wapen, een handreiking.
Hoe meer stekels de zee-egel heeft, hoe meer voor ons om op te staan. Hoe meer stekels, hoe beter de egel waarnemen kan.
Ik meende dat het vuur onder de rok een eigenschap was om trots op te zijn. Het blijkt een ziekte. Vuur vreet aan een oranje overall.
Ons lichaam is een lege deurpost, zonder muur, zonder tralies, op een strand. Veeg je voeten in het zand voor je de stap richting zee zet.
En iedere poëziebundel verdient een Facebookoproep van Amnesty International. U kunt hier straks betalen en tekenen voor de vrijlating van:
A. De boom uit uw lichaam
B. De zee uit uw lichaam
C. De spijt uit het water
Wie dit boek leest, koopt het beste eerst een avocado en snijdt hem in twee helften die hij aan weerszijden naast het boek legt. Wie dit boek gaat lezen wordt een hoog en leeg kozijn waar de wind doorheen zingt.
You simply breathe in through your nose for four seconds, hold your breath for seven seconds, and exhale through your mouth for eight seconds - Poëzie, inleidingen en zee-egels moeten nuttig zijn. Dit laatste was een oefening om te leren slapen.
Lies, van harte en dank voor dit mooie nieuwe lichaam!
Zand op een zeebed
Lies van Gasse
Uitgeverij De Wereldbibliotheek
16,7x24 cm.
176 pagina's
ISBN 9789028425866
prijs € 29,95
http://www.wereldbibliotheek.nl
Op een beeldend vertelde reis door de jungle van de grootstad zoekt een vrouw naar de essentie van het menselijk bestaan.
Een nieuwe 'graphic poem' van Lies Van Gasse, met intrigerende en schitterende schrijf- en schildertechniek.