“De deadlines naderen, de deadlines komen voorbij,” schrijft de Brantgummer dichter Martin Reints in de bundel Ballade van de winstwaarschuwing uit 2005. Die regel kwam in me op toen ik op dinsdagochtend de dekens van me afsloeg.
Het was niet de inleverdatum voor deze column die me in mijn nek hijgde maar de deadline voor een nieuwe gedichtenbundel die binnenkort naar de drukker moet. Er is iets pijnlijks definitiefs aan het accepteren van je eigen selectie en het doorgeven van de laatste correcties. Je kunt er niets meer aan veranderen. Vanaf dat moment is dat voor altijd de bundel.
Daar bestaan overigens uitzonderingen op. Wie wijlen H.H. ter Balkt vroeg om een handtekening moest voorbereid zijn op meer dan een signatuur. Voordat Ter Balkt zijn naam in het boek zette, bladerde hij er doorheen, verbeterde grommend prachtige regels of kraste hele gedichten door.
“Vind je de bundel echt af?” vroeg mijn uitgever Christoph Buchwald toen we voor de eerste keer over het nieuwe manuscript spraken. Ik antwoordde bevestigend. De opbouw van de bundel van sturm und drang in de eerste helft naar blauwe luchten aan het einde, was echter niet aan hem besteed. Hij vreesde dat men zou schrikken van de bombardementen en zelfmoorden aan het begin. Het boek waarvoor de uitgeverij zijn nek uitstak zou over twee jaar wel eens ongelezen door de versnipperaar gedraaid kunnen worden.
Ik sputterde tegen dat wat ik inleverde geen bouwpakket was en hij beriep zich op jaren ervaring in de Duitse poëziewereld waar hij al decennia lang een succesvolle bloemlezing samenstelt met de beste poëzie van dat jaar. We bevonden ons opnieuw in de loopgraven die we bij het samenstellen van de vorige bundel hadden gegraven.
Maar we klommen er ditmaal sneller uit om elkaar de hand te reiken. De woede, die vooral teleurstelling was omdat ik geen aai over mijn geniale kale dichtersbol had gekregen, zette ik onmiddellijk om in herschikdrift. Binnen een middag viel er op de digitale deurmat van mijn uitgever een nieuwe versie van het manuscript, die veel vriendelijker en toegankelijker opent en zich langzaam ontwikkelt richting abstractie en ellende. En ook al is het een andere bundel, hij voelt nog steeds compleet eigen.
Nu nadert de deadline voor ons laatste gesprek. Ik heb de gedichten allemaal nog eens opgenomen op mijn computer, ze teruggeluisterd, kleine wijzigingen doorgevoerd in regelafbrekingen, titels aangepast om de lezers iets meer op het juiste spoor te zetten en her en der de volgorde veranderd. De symfonie is volbracht en de bladmuziek bijna gedrukt. In mijn hoofd heb ik hem al gehoord, maar het gaat uiteindelijk om de uitvoering door het orkest van critici en lezers. Die maken het boek pas echt af. Daarom moest ik vanochtend aan de deadlines van Martin Reints denken.
Deze column verscheen eerder in de Leeuwarder Courant: www.lc.nl
P.s. Hieronder het hele gedicht van Martin Reints
Dit gedicht komt uit:
Ballade van de winstwaarschuwing (De Bezige Bij)
Martin Reints