Afgelopen maandag zag ik met lede ogen aan hoe vijfduizend koetjesrepen van hun wikkel werden ontdaan. Omrop Fryslân was te gast bij de Piet Bakkerskoalle te Sneek waar leerlingen de prullenbakken vulden met duizenden delftsblauwe koetjes die vanwege de bevrijding vakkundig werden vervangen door replica’s van de ‘Victory’ wikkel uit 1945.
Bekijk de uitzending via: www.omropfryslan.nl (2e item)
In 1981, toen de bevrijding en ik nog wat jonger waren, wilde ik graag bij de oudere jongens horen. De stoere buurjongens die verderop aan de landweg een hut hadden gebouwd, lieten me aarzelend binnen. Ik was eigenlijk te jong, maar klasgenootje Bram was ook al toegelaten. Ze konden me niet weigeren. Er waren echter wel enkele voorwaarden aan het lidmaatschap verbonden. Ik moest thuis iets lekkers halen en ik moest een sigaret helemaal oproken.
Mijn zevenjarige voeten snelden zich naar huis waar niemand te bekennen was en de achterdeur gewoon open stond. Ik schoof een stoel richting keukenkast, pakte de snoeptrommel en zag tot mijn teleurstelling dat de verlangde marsen en snickers er niet waren. Ik vervloekte in stilte mijn moeder en begaf me terug richting hut.
De boze blikken van de clubleider toen ik drie koetjesrepen op zijn uitgestoken hand legde, voorspelden niet veel goeds. Maar geheel onverwacht streek hij met de hand over zijn strenge leidershart. Ik mocht bij de club. Ik moest alleen nog een shagje oproken.
Een haal was genoeg voor mij om de volgende jaren geen sigaret meer aan te raken. De scherpe rook prikte zodanig in mijn keel dat ik alles recht in het gezicht van de opperbaas uithoestte. Waarna zijn onderdanen hun lachen niet konden inhouden en hij beduusd en vernederd mij de hut uittrapte.
De goedbedoelde verminking van de koetjesrepen te Sneek zou mij eigenlijk niet moeten raken. Maar ook negatieve ervaringen kunnen warme herinneringen worden. Na de verhuizing van de verbouwde boerderij aan de Heechfinne naar het herenhuis in Kollum kreeg veel van wat ik in Rinsumageest en Damwoude meemaakte een gouden randje, zoals je mensen ook wel eens warme herinneringen hoort ophalen aan de oorlog.
Toen ik zestien was, heb ik het roken nogmaals proberen op te pakken. Mijn coole stiefzus en stiefbroer paften heel wat af en ik wilde er graag bij horen. Ik ging aan de Camel en aan de Heineken, kocht een leren jack bij Sake Sakelijk in Zwaagwesteinde en een paar hagelwitte Nikes in Leeuwarden. Dat geheel moest de aandacht van het dons op mijn kaken afleiden en ervoor zorgen dat ik voor de meisjes in mijn klas meer werd dan een luisterend oor.
Een jaar lang rookte ik de ene camel na de andere. Maar de nicotine bereikte nooit mijn longen. Ik was bang dat ik iemand in het gezicht zou hoesten. Ik wilde niet weer die hut worden uitgetrapt.
Bekijk de uitzending via: www.omropfryslan.nl (2e item)
Deze column verscheen eerder in de Leeuwarder Courant: http://www.lc.nl/