Er kronkelen wormen op de website van The New York Times. Een vriendelijke grijze verslaggever vertelt ons in een filmpje dat door aanpassing van een van hun neuronen, de wormen op afstand bestuurd kunnen worden met behulp van ultrasone geluiden. Al doorklikkend lees ik op nu.nl dat de Amerikaanse defensie chips wil implanteren in de hersenen van getraumatiseerde soldaten, niet om hen op afstand te kunnen besturen, maar om hen te helpen met het herstel van hun geheugen. Het klinkt goed, maar ik vertrouw dat zaakje niet, zeker niet uit de mond van een wereldmacht die haar oorlogen via joysticks beslecht.
Misschien moet ik meer fiducie hebben in de wetenschap. DARPA, de organisatie die werkt aan de desbetreffende traumachips, heeft ook meegewerkt aan het bedenken van het internet en de GPS. Stel dat ik later dementeer, dan kunnen hun chips mij niet alleen een deel van mijn geheugen teruggeven; ze kunnen mijn geliefde ook op de hoogte houden van waar ik met mijn rollator naartoe scharrel.
Naast de geheugenchip zou die geïmplanteerde tomtom veel leed kunnen voorkomen. Dementerende bejaarden schijnen regelmatig de huwelijkse trouw te vergeten en vol goede moed aan een nieuwe seksuele jeugd te beginnen. Je moet hen dat natuurlijk gunnen, maar wat mij betreft mogen gênante situaties waarbij ik met de broek naar beneden in de kamer van een buurvrouw word gevonden, voorkomen worden.
Een geheugenchip zou ook nuttig kunnen zijn voor het schrijven van columns en gedichten. Ik maak graag gebruik van anekdotes uit het verleden, maar meestal herinner ik mij maar een klein deel van wat er voorviel. Met een geheugenupgrade, liefst al te implanteren in de baarmoeder, zou ik mij eindelijk de strenge winter van 1978-1979 voor de geest kunnen halen. Nu moet ik het doen met een foto van een gigantische muur van sneeuw achter ons huis. In die muur is een gang gegraven waarop mijn oudere zus en ik als jongetje van vier te zien zijn. Ik weet er niets meer van.
Ik zou alle keren dat mijn overleden moeder me met haar prikvingers in mijn zij kietelde en “ibetsje, pabbetsje, po” riep, opnieuw willen beleven. Maar ik zou haar dan niet alle dingen kunnen zeggen die ik haar had willen zeggen. Een volledig hersteld geheugen zou mij wel eens compleet kunnen gaan frustreren. Bovendien zorgen gebrekkige herinneringen vaak voor mooie gesprekken. Door mijn chiploze brein moet ik nu mijn vader opbellen of mijn zus opzoeken in Beetsterzwaag om te horen hoe het er tijdens die strenge winter aan toeging.
Misschien moeten de ingrepen in mijn brein zich beperken tot het wormige kronkel-gen. Wormen, fruitvliegjes en mensen schijnen dezelfde methodes te gebruiken om genen uit en aan te zetten. Mocht ik er in het bejaardenhuis op uittrekken, dan piept men mij zo terug.