Poëzie in Nederland behelst meer dan gedichten in het Nederlands. Tsead Bruinja stelde een veelkleurige, veeltalige bloemlezing samen, die recht doet aan die diversiteit. Voor nieuwe perspectieven.
Tekst Jacob Haagsma | Foto Marchje Andringa
Een monument voor meertaligheid. ,,Nee, verschrikkelijk. Dat is te stijf.”
Een pleidooi voor meertaligheid. ,,Nee, bliksem niet. Absoluut geen pleidooi, Want het is er al. Als je denkt dat je het moet verdedigen, zeg je al dat er iets mis is.”
Een spiegel van meertaligheid. ,,Een spiegel van een meertalige realiteit. Ja.” En is poëzie op zich ook al niet een spiegel? ,,Ja, nou ja. Er is niet veel anders dat we kunnen doen dan spiegelen, toch? En je kunt proberen om die spiegel zo rijkgeschakeerd mogelijk te maken.”
We denken vast even na over de kop boven dit verhaal, over de veelkleurige, veeltalige bloemlezing van Nederlandse poëzie die Tsead Bruinja (Rinsumageest, 1974) samenstelde. Die zit aan de rooibosthee in de foyer van het Oranjehotel in Leeuwarden, waar hij overnacht vanwege het project Portretten in poëzie, gedichten naar aanleiding van gesprekken met ouderen. Dat bracht hem deze week naar een verzorgingstehuis in Stiens.
OMGEKEERDE ALFABETISCHE VOLGORDE
Maar we praten nu over iets anders. 101 gedichten dus, in allerlei talen – inclusief Fries en Nedersaksisch. Van Jan Zwemer, Mia You en Peer Wittenbols tot en met Robert Anker, Rik Andreae en Amir Afrassiabi. In die volgorde. Kijk, daar begint het al, die omgekeerde alfabetische volgorde.
,,Voor een ander perspectief”, zegt Tsead Bruinja over De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie - 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu. ,Eerst wilde ik het per provincie doen, en dan van boven naar beneden. Maar zo kon ik door hokjes heen breken, en het wat op de kop zetten.”
Ook de titel is prikkelend. Want: hoezo eerste bloemlezing? En Komrij dan, de man van de vuistdikke, regelmatig bijgewerkte knots De Nederlandse poëzie van de 19e en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten? Bijgenaamd: De Dikke Komrij?
Maar dat is een bloemlezing van Nederlandstalige poëzie, werpt Bruinja dan tegen. Een vorm van apartheid dus, of is dat weer te bot? ,,Ik heb wel eens een bloemlezing gemaakt van Friese poëzie”, zegt hij, ,,maar dat zou ik nu liever niet meer doen.”
Het gaat hem om de realiteit in het Nederland van vandaag, dat er in talloos veel talen gesproken wordt – en gedicht. Ook in de poëzie is sprake van een dominante taal, het Nederlands, en daarbij: macht, de instandhouding daarvan, bestaande structuren. ,,De Nederlandstalige literatuur houdt zichzelf in stand, daar ontstaan instituties omheen.
Daar profiteer ik ook van, maar het is goed om dat zo nu en dan te ondergraven. Ook al is dat vanuit mijn positie als witte man van middelbare leeftijd.”
Dit boek is, wat hem betreft, maar een begin. ,,Een goede bloemlezing zou een echt dik boek moeten zijn, dat ook over de grenzen gaat. België, het Platduits, misschien noch meer talen van de eilanden, de Antillen, Suriname tot en met 1974. Samengesteld door een heel comité.”
SPOKEN WORD
Er wordt dus wat afgedicht in allerlei talen. Ook wel in meer talen in hetzelfde gedicht – echt een tendens van deze tijd, al is het gedicht Yggdrasil van Friezin Albertina Soepboer daar een vroeg (1998) voorbeeld van. En mee onder invloed van spoken word wordt poëzie diverser, Engels speelt een grotere rol.
Niet alle anderstalige gedichten zijn vertaald. ,,Sommigen willen dat niet. Dan ga je wat door de knieën, nou? Je kunt ook zeggen: laat de mensen maar werken, laat ze maar hun best doen om zo’n gedicht te lezen.” Wat met de paar Arabische gedichten, in sierlijke kronkelletters, weer lastig gaat, maar: ,,Ik vind het belangrijk dat dat er wel in staat.” Met vertaling, dat wel.
Veel gedichten van dichters uit de (al of niet voormalige) overzeese gebiedsdelen hebben een politieke of in ieder geval actuele component, ,,daar hou ik wel van.” Of dat voor de hele Surinaamse en Antilliaanse poëzie geldt, daarvoor kent Bruinja de materie niet goed genoeg. ,,Het zit wel in hun achtergrond. Maar er zit ook wel mystiek in die Surinaamse poëzie, dat vind ik ook prettig.”
Wat bij de poëzie in de dialecten van het land opvalt, is een zekere gerichtheid op de worteling en een grotere voorkeur voor oudere dichtvormen (het rondeel bij Jo Smit, van Terschelling), een klassiek metrum, rijm. Kunnen we stellen dat die poëzie enigszins achterblijft bij de ontwikkelingen?
Dat vindt Bruinja ook weer lastig. ,,Ik ben geen kenner van dialect- en streektaalpoëzie. Ik ben erin geïnteresseerd en ik heb er met mijn beperkte bril in om zitten te bladeren.”
DICHTER DES VADERLANDS
Dat bladeren, dat was nog een heel karwei. Drieënhalf half jaar is Bruinja ermee bezig geweest, al vanaf het begin van zijn diensttijd als Dichter des Vaderlands (2019-2020). Hij wilde zich presenteren als een meertalig dichter (Fries en Nederlands, in zijn geval) en daar paste ook een dito bloemlezing bij – met nog veel meer talen.
Dus nam hij zeer geregeld de trein naar Den Haag, naar de Koninklijke Bibliotheek – waar al die boeken en bundels terechtkomen, voor zover het geen al te obscure en gelimiteerde eigen-beheer-uitgaven betreft tenminste.
,,Dan dronk ik een kopje koffie of thee met Arno Kuipers, die al een rijtje boeken op een plankje voor me klaargezet had. En dan ging ik in mijn kantoortje zitten. De hele dag lezen, tot ik wat moois vond. De sociale media hebben ook wel wat opgeleverd. Dan overtypen, nog een keer lezen, past dit erin? Zo is het ongeveer gegaan.”
Zo probeerde hij een bloemlezing samen te stellen met een samenhangende compositie, ,,die volgens mij ook een interessant verhaal vertelt.” Maar als hij dan zo’n streektaalgedicht tegenkwam met juist een modern onderwerp, ,,dan vond ik dat wel mooi. En noodzakelijk, om ook dat te laten zien.
Dat dat ook kan. Dat mensen niet denken: oeh, ik moet in het Nederlands schrijven. Als je dat wilt, prima, maar schrijf anders gewoon in de taal waarin je opgegroeid bent, al is het in het Arabisch. En word dan de beste dichter die je worden kunt.”
Democratisering en emancipatie van de niet noodzakelijk Nederlandstalige medemens, ,,dat vind ik wel belangrijk, ja. Dat is ook wat ik lezen wil. Dat is een diversiteit in de gemeenschap die me gezond lijkt. De verhalen van boeren en boerenarbeiders naast de verhalen van mensen met een slavernij-achtergrond. Dat zijn maar twee voorbeelden, maar ze delen meer dan ze denken.”
NEDERSAKSISCHE POËZIE
Er staan aardig wat Friese dichters in deze bloemlezing – naast Soepboer ook Tsjêbbe Hettinga en Jelle Kaspersma. Maar slechts twee van die gedichten zijn helemaal in het Fries. Ook hier heerst de meerstemmigheid: Albert Tilma dicht in het Bildts, Johan Veenstra in het Stellingwerfs, Jo Smit deze keer in het Meslânzers (een van de drie dialecten op Terschelling) en van Eppie Dam, ,,een heel goede dichter”, een gedicht in het Kollumerpompsters – een variant van het Nedersaksisch. ,,Ik heb zelf in Kollum gewoond, dus ik vond het wel een mooie zet om het Pompsters erin te krijgen.”
Het Nedersaksisch is ruim vertegenwoordigd, met mensen als Jan Glas, Lammert Voos, Peter van der Velde, Roel Reijntjes, Suze Sanders. Meer dan bijvoorbeeld het Brabants – ,,er zijn vast meer goede gedichten, maar ik heb ze niet gevonden. Er staat ook niet op het boek dat dit de beste gedichten van het Koninkrijk zijn. Het is een specifieke smaak, mijn smaak, een keus gemaakt door mijn bril.”
Maar goed, dat Nedersaksisch – in verschillende vormen gesproken in Groningen, Drenthe, de Stellingwerven, tot en met Twente, de Veluwe en de Achterhoek. ,,Dat staat dicht bij mij, ik groeide op met de RONO op de radio en later woonde ik in Groningen. En ik heb het idee dat er in die Nedersaksische taalgebieden meer een cultuur is, dat het beter georganiseerd is. Uitgevers, redacteuren, taalorganisaties. Dan hoort zoiets ook in een bloemlezing. Die Nedersaksische poëzie is de ruggengraat van de dialectliteratuur.”
EIGEN BUBBEL
Bruinja is zich wel bewust van zijn eigen bril, zijn eigen bubbel. ,,Kijk naar je criteria, kijk hoe die zijn opgebouwd en waar die vandaan komen. Je kunt wel domme dingen zeggen over countrymuziek, maar dat is een oordeel over een traditie die je niet kent. Heel kortzichtig, en dat houdt dingen buiten.”
Met deze bloemlezing is het perspectief op Nederlandse poëzie, of in ieder geval poëzie in Nederland, toch weer even opgeschud.
,,Dat is ook precies wat goede poëzie, goede kunst doet. Dat het je niet alleen laat nadenken over het kunstwerk, maar ook over hoe je ernaar kijkt. Dat vind ik leuk. Zoek een oprechte leeshouding die je dichter bij het perspectief van de dichter brengt, en niet alleen bij jezelf.”
Bron: https://dvhn.nl/cultuur/Po%C3%ABzie-van-de-meertalige-realiteit-28055482.html
Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam ik mij voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Ik plaatste online een oproep om gedichten in te sturen en zat van 2019 tot en met 2022 regelmatig in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Collectiespecialist Arno Kuipers speelde daarbij een cruciale rol. Hij haalde voor mij bundels en bloemlezingen uit het depot om door te spitten en regelde een kantoortje. Na drie jaar lezen en mede met steun van de Turing Foundation is er nu eindelijk het resultaat, een bloemlezing die een andere blik biedt op de Nederlandse poëzie, o.a. doordat ze verder kijkt dan de Nederlandse taal. De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie en bevat gedichten uit Nederland, Indonesië, Suriname en de Antillen, maar ook werk van nieuwe Nederlanders uit het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Het boek wil en kan geen volledig overzicht zijn van de beste gedichten geschreven in het koninkrijk, wel een startschot voor een andere inclusievere blik op onze literatuur en wie daar wel en niet aan meedoet.
Onderaan dit bericht vindt u een overzicht van de talen, de auteurs en de vertalers.
Een aantal voordracht is te horen op soundcloud.
De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie (Querido, 8 nov. 2022)
ISBN: 9789021436937
€ 22,99
https://www.singeluitgeverijen.nl/querido/boek/de-eerste-bloemlezing-van-de-nederlandse-poezie/
___________________________________________________________________
Voor meer informatie: Sara Madou | 06 218 53 78 75| [email protected]
_________________________________________________________________________
OVERZICHT TALEN
Het Achterhoeks, Afrikaans, Arabisch, Bildts, Brabants, Dari/ Farsi, Drents, Esperanto, Engels, Fries, Genemuidens, Gronings, Hebreeuws, Indonesisch, Kollumerpompsters, Limburgs (o.a. Maastrischts en Kerkraads), Midslander Dialect (Terschellingen), Nederlands, Papiaments, Sarnami, Sranantongo, Stellingwerfs, Twents, Volendams, West-Fries en het Zeeuws.
OVERZICHT AUTEURS
Amir Afrassiabi, Rik Andreae, Robert Anker, Chairil Anwar, Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Shakila Azizzada, Aletta Beaujon, Asaph Ben-Menahem, Ineke Berentschot, Wim Bluemers, Frans Budé, Jac. Bulle, Cándani, Edgar Cairo, Leonne Cramers, Eppie Dam, Kwame Dandilo, Gerrit Hendrik Deunk, R. Dobru, Nydia Ecury, Elisabeth Eybers, Herman Finkers, Aly Freije, Jörgen Gario ‘unom’, Jan Glas, Paula Gomes, Fieke Gosselaar, Halil Gür, Henny Hamhuis, Jan Kornelis Harms, Erik Harteveld, Rein Heerink, Tsjêbbe Hettinga, Hans Heyting, Jelle Kaspersma, Hans Keuper, Henk Kolvoort, Marga Kool, Harm Koops, Everdien Koskamp-Luijmes, Wiel Kusters, Gerrit Lansink, John Leefmans, Titia Lont, Lamia Makaddam, Tip Marugg, Djordje Matić, Hans Mellendijk, Saul van Messel, Steijn Minholts, Raj Mohan, Tiny Mulder, Richard Muller, Jit Narain, Ramsey Nasr, Gerard Nijenhuis, Munye Oduber-Winklaar, Frank van Pamelen, Guillaume Pool, Esther Porcelijn, Sonja Prins, Otjep Rahantoknam, Naji Rahim, Roel Reijntjes, Astrid H. Roemer, Sebastiaan Roes, Arno Römgens, Gerrit Roosink, Suze Sanders, Mowaffk Al-Sawad, Dick Schlüter, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Sitor Situmorang, Michaël Slory, Albertina Soepboer, Marien Stroo, Frank Tazelaar, H. van Teylingen, Albert Tilma, Sijmen Tol, Trefossa, Jan Siebo Uffen, C.B. Vaandrager, Johan Veenstra, Peter van der Velde, JACE van de Ven, Arie de Viet, Peter Visser, Lammert Voos, Theo Vossebeld, Nina Werkman, Jan Widdershoven, Willem Wilmink, Peer Wittenbols, Mia You en, Jan Zwemer.
OVERZICHT VERTALERS
In veel gevallen hebben de auteurs hun werk zelf vertaald. Die namen heb ik hier weggelaten. De andere vertalers zijn: Cynthia Abrahams, Joost Baars, Benno Barnard, Abdelkader Benali, Hans de Beukelaer, Jan Glas, Tamir Herzberg, Assad Jaber, Esther Jansma, Effendi N. Ketwaru, Henk Krosenbrink, Tsafrira Levy, G.O. Nijland, Kees Nijland, Jan Popkema, Suze Sanders, J.A. Smit, Kees Snoek, Jabik Veenbaas, Willem van der Velde, Dolf Verspoor, Goaitsen van der Vliet en Paul Weelen.