De eerste dode dij ik zag was Rugger, n knecht van ons. Mien voader haar hom dood in swienhok vonnen, en ik heb Rugger zain dou hai in kiste lag.
Zien kiste ston in gaange – ’t huus was nogal klaain – en ’k heur nog hou zien voader zee: – wolst Rugger ook nog even zain? – Ik was zes – zeuven joar en hailemoal nait baange.
n Loekie kwam van kiste en ik keek verwonderd noar Rugger’s rustege gezicht dat stil tevreden, sikkom vrumd gelukkeg leek.
’t Was n daipe, swoare stilte, dij doar om ons hong. Ik zag hou Rugger’s voader schienvat dichter bie hom huil en tegen mie dou zee: – hest ’t nou goud zain, mien jong? –
Ik heb niks zegd, allain moar knikt, en, ducht mie, hai begreep dit wel, want zokswat waarkt zo daip op kinder, dat ik mie dit aaltied nog herinner en ’t ook nooit vergeten zêl.
*
Rugger
De eerste dode die ik zag was Rugger, ’n knecht van ons. Mijn vader had hem dood in het varkenshok gevonden, en ik heb Rugger gezien toen hij in de kist lag.
Zijn kist stond in de gang – het huis was nogal klein – en ik hoor nog hoe zijn vader zei: – wou je Rugger nog even zien? – Ik was zes – zeven jaar en helemaal niet bang.
’n Luikje ging van de kist en ik keek verwonderd naar Ruggers rustige gezicht dat stil tevreden, bijna vreemd gelukkig leek.
’t Was een diepe, zware stilte, die daar om ons hing. Ik zag hoe Ruggers vader de lantaarn dichter bij hem hield en toen tegen mij zei: – heb je ’t nu goed gezien, mijn jongen? –
Ik heb niets gezegd, alleen maar geknikt, en, ik denk, hij begreep dit wel, want zoiets maakt zo’n indruk op kinderen, dat ik mij dit altijd nog herinner en het ook nooit zal vergeten.
D’r wonen vremde meensken in mien oolde huus. Meensken in zoemerkleren toffelen op et hiem omme. Volk dat domweg daenkt dat et now heur huus is.
Mar ze kennen de geluden niet: de losliggende voste, et amechtige kreunen van et huus in de wiend. De stemmen van vroeger, diej’ d’r altied vernemen kunnen.
Ze verstaon de woorden van een veurbi’je tied niet. Ze heuren de iekmulders niet, zien de vleermoezen niet. En ze kun d’r niet vulen wat as ik d’r vule.
D’r wonen vremde meensken in mien oolde huus. Aarme meensken, et zal heur huus nooit wodden.
*
Mijn oude huis
Er wonen vreemde mensen in mijn oude huis. Mensen in zomerkleren lopen op het erf rond. Mensen die domweg denken dat het nu hun huis is.
Maar ze kennen de geluiden niet: de losliggende vorstpan, het amechtige kreunen van het huis in de wind. De stemmen van vroeger die je er altijd kunt horen.
Ze verstaan de woorden van een voorbije tijd niet. Ze horen de meikevers niet, zien de vleermuizen niet. En ze kunnen er niet voelen wat ik er voel.
Er wonen vreemde mensen in mijn oude huis. Arme mensen, het zal hun huis nooit worden.
De bloemlezing:
Tsead Bruinja: “Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam ik mij voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Ik plaatste online een oproep om gedichten in te sturen en zat van 2019 tot en met 2022 regelmatig in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Collectiespecialist Arno Kuipers speelde daarbij een cruciale rol. Hij haalde voor mij bundels en bloemlezingen uit het depot om door te spitten en regelde een kantoortje. Na drie jaar lezen en mede met steun van de Turing Foundation is er nu eindelijk het resultaat, een bloemlezing die een andere blik biedt op de Nederlandse poëzie, o.a. doordat ze verder kijkt dan de Nederlandse taal. De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie en bevat gedichten uit Nederland, Indonesië, Suriname en de Antillen, maar ook werk van nieuwe Nederlanders uit het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Het boek wil en kan geen volledig overzicht zijn van de beste gedichten geschreven in het koninkrijk, wel een startschot voor een andere inclusievere blik op onze literatuur en wie daar wel en niet aan meedoet. Irakezen, Iraniërs, Amerikanen en anderen hebben in Nederland werk gemaakt dat met ons te maken heeft. Dat grotere verhaal ontbreekt tot nu toe in de bloemlezingen. “Onze” literatuur is die van Remco Campert, Tjitske Jansen en Radna Fabias, maar ook die van Tsjêbbe Hettinga, Jan Glas, Theo Vossebeld en Nydia Ecury, van Mowaffk Al-Sawad, Dick Schlüter en Mia You.”
Het Achterhoeks, Afrikaans, Arabisch, Bildts, Brabants, Dari/ Farsi, Drents, Esperanto, Engels, Fries, Genemuidens, Gronings, Hebreeuws, Indonesisch, Kollumerpompsters, Limburgs (o.a. Maastrischts en Kerkraads), Midslander Dialect (Terschellingen), Nederlands, Papiaments, Sarnami, Sranantongo, Stellingwerfs, Twents, Volendams, West-Fries en het Zeeuws.
Overzicht van de auteurs:
Amir Afrassiabi, Rik Andreae, Robert Anker, Chairil Anwar, Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Shakila Azizzada, Aletta Beaujon, Asaph Ben-Menahem, Ineke Berentschot, Wim Bluemers, Frans Budé, Jac. Bulle, Cándani, Edgar Cairo, Leonne Cramers, Eppie Dam, Kwame Dandilo, Gerrit Hendrik Deunk, R. Dobru, Nydia Ecury, Elisabeth Eybers, Herman Finkers, Aly Freije, Jörgen Gario ‘unom’, Jan Glas, Paula Gomes, Fieke Gosselaar, Halil Gür, Henny Hamhuis, Jan Kornelis Harms, Erik Harteveld, Rein Heerink, Tsjêbbe Hettinga, Hans Heyting, Jelle Kaspersma, Hans Keuper, Henk Kolvoort, Marga Kool, Harm Koops, Everdien Koskamp-Luijmes, Wiel Kusters, Gerrit Lansink, John Leefmans, Titia Lont, Lamia Makaddam, Tip Marugg, Djordje Matić, Hans Mellendijk, Saul van Messel, Steijn Minholts, Raj Mohan, Tiny Mulder, Richard Muller, Jit Narain, Ramsey Nasr, Gerard Nijenhuis, Munye Oduber-Winklaar, Frank van Pamelen, Guillaume Pool, Esther Porcelijn, Sonja Prins, Otjep Rahantoknam, Naji Rahim, Roel Reijntjes, Astrid H. Roemer, Sebastiaan Roes, Arno Römgens, Gerrit Roosink, Suze Sanders, Mowaffk Al-Sawad, Dick Schlüter, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Sitor Situmorang, Michaël Slory, Albertina Soepboer, Marien Stroo, Frank Tazelaar, H. van Teylingen, Albert Tilma, Sijmen Tol, Trefossa, Jan Siebo Uffen, C.B. Vaandrager, Johan Veenstra, Peter van der Velde, JACE van de Ven, Arie de Viet, Peter Visser, Lammert Voos, Theo Vossebeld, Nina Werkman, Jan Widdershoven, Willem Wilmink, Peer Wittenbols, Mia You en Jan Zwemer.
Overzicht van de vertalers:
In veel gevallen hebben de auteurs hun werk zelf vertaald. Die namen heb ik hier weggelaten. De andere vertalers zijn: Cynthia Abrahams, Joost Baars, Benno Barnard, Abdelkader Benali, Hans de Beukelaer, Jan Glas, Tamir Herzberg, Assad Jaber, Esther Jansma, Effendi N. Ketwaru, Henk Krosenbrink, Tsafrira Levy, G.O. Nijland, Kees Nijland, Jan Popkema, Suze Sanders, J.A. Smit, Kees Snoek, Jabik Veenbaas, Willem van der Velde, Dolf Verspoor, Goaitsen van der Vliet en Paul Weelen.
Een aantal voordrachten zijn te horen op soundcloud:
Maandag 14 november nemen de studenten van ROC Friese Poort voor 1 dag restaurant Steef in Leeuwarden over. Naast een gastronomisch 5 gangen diner zal ik gedichten voorlezen. Er wordt er deze avond ook geld opgehaald voor een goed doel. De winst van de avond wordt gedoneerd aan stichting Wender. Wil je erbij zijn, stuur een mailtje naar [email protected] o.v.v. 'dinersteef'.
"Ieder mens verdient een veilig eigen leven" is het motto van Stichting Wender. Op hun website schrijven ze:
"Wij helpen je met opvang en ondersteuning om een positieve wending aan je leven te geven. Een eigen plek. Weg van huiselijk geweld. Weg van dak- of thuisloosheid. We bieden veiligheid, rust en structuur. Zodat je weer vooruit kunt kijkt. Durft te dromen. De draad weer oppakt. De touwtjes van je eigen leven in handen neemt. Hoe moeilijk dat soms ook is. Wij zijn er voor je."
Bewonderde vanochtend een Drentse Dokkumer die prachtig Fries sprak bij Omrop Fryslân en worstelde mij toen door onderstaand gedicht van Eppie Dam in het Pompsters dialect. Het was vroeg en het was even schakelen tussen alle talen. De volgende keer zet ik de wekker nog wat eerder en hou ik mijn kop onder de koude kraan. Hieronder het gedicht.
Onmacht
Ik fyn ut niet eerlik dat kleine Auke doadreedn is.
Dêrom droom ik naks dat ik fergriëmd wor deur un nog groatere auto.
Mar de annere daags mankeert mij niks.
Later staan ik prakkeseernd bij ome Douwe nar ut draain fan e bietemoln te siën.
Ik moet mij ynhoudn, anners steek ik myn hand deryn.
*
Onmacht
Ik vind het niet eerlijk dat kleine Auke doodgereden is.
Daarom droom ik ’s nachts dat ik word vermorzeld door een nog grotere auto.
Maar de volgende dag mankeert mij niks.
Later sta ik in gedachten bij oom Douwe te kijken naar het draaien van de bietenmolen.
Ik moet mij inhouden, anders steek ik mijn hand erin.
n Bevroren stoet kinnen je, las ik ooit aargens, t beste ien t donker ontdooien. Bieveurbeeld ien stoettrommel, of langzoam ien koelkast.
Omdat tiedens t ontdooien, onder ienvloud van licht, t meelbestanddail stoerder te verteren wordt, mit noame vitamine D zol din minder goud deur t lichoam opnomen worden.
Ik kende n bakker dij zukke mooie blaauwe ogen haar dat t twij hemeltjes leken, mit ien elk hemeltje n klaaine swaarde zun. Hai haar geweldeg staarke aarms van t deeg kneden. Ik mos altied kieken noar dij mooie bakker.
Mor hai kreeg kanker ien zien knij en ging dood. Mien fantasieen over de bakker hielden abrupt op. Dood begeer ik nait.
De mooie bakker von traauwens dat verhoal over t ontdooien grode onzin. Ik wait t nait. Ik wait nait wat ik geloven mot. Alle geloof is overgoave.
Ik haar ofgelopen veujoar nog n periode grode behuifte mie over te geven.
*
De mooie bakker
Een bevroren brood kun je, las ik ooit ergens, het beste in het donker ontdooien. Bijvoorbeeld in een broodtrommel, of langzaam in de koelkast.
Omdat tijdens het ontdooien, onder invloed van licht, het meelbestanddeel moeilijker verteerbaar wordt, met name vitamine D zou dan minder goed door het lichaam worden opgenomen.
Ik kende een bakker die zulke mooie blauwe ogen had dat het twee hemeltjes leken, met in elk hemeltje een kleine zwarte zon. Hij had geweldig sterke armen van het deeg kneden. Ik moest altijd naar die mooie bakker kijken.
Maar hij kreeg kanker in zijn knie en ging dood. Mijn fantasieën over de bakker hielden abrupt op. Dood begeer ik niet.
De mooie bakker vond trouwens dat verhaal over het ontdooien grote onzin. Ik weet het niet. Ik weet niet wat ik geloven moet. Alle geloof is overgave.
Ik had afgelopen voorjaar nog een periode grote behoefte me over te geven.
Samen met Jörgen Gario 'Unom' was ik te gast bij Spraakmakers op Radio 1 om te praten over "De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie - 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu" (Querido, november 2022).
De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie - 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu
Een bloemlezing met streektalen, dialecten, straattaal en meer
Samenstelling: Tsead Bruinja
Met steun van de Koninklijke Bibliotheek en Turing Foundation
Uitgegeven door Uitgeverij Querido
ISBN: 9789021436937
€ 22,99
Verschijnt 8 november 2022
Tsead Bruinja: “Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam ik mij voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Ik plaatste online een oproep om gedichten in te sturen en zat van 2019 tot en met 2022 regelmatig in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Collectiespecialist Arno Kuipers speelde daarbij een cruciale rol. Hij haalde voor mij bundels en bloemlezingen uit het depot om door te spitten en regelde een kantoortje. Na drie jaar lezen en mede met steun van de Turing Foundation is er nu eindelijk het resultaat, een bloemlezing die een andere blik biedt op de Nederlandse poëzie, o.a. doordat ze verder kijkt dan de Nederlandse taal.
De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie en bevat gedichten uit Nederland, Indonesië, Suriname en de Antillen, maar ook werk van nieuwe Nederlanders uit het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Het boek wil en kan geen volledig overzicht zijn van de beste gedichten geschreven in het koninkrijk, wel een startschot voor een andere inclusievere blik op onze literatuur en wie daar wel en niet aan meedoet.
Irakezen, Iraniërs, Amerikanen en anderen hebben in Nederland werk gemaakt dat met ons te maken heeft. Dat grotere verhaal ontbreekt tot nu toe in de bloemlezingen. “Onze” literatuur is die van Remco Campert, Tjitske Jansen en Radna Fabias, maar ook die van Tsjêbbe Hettinga, Jan Glas en Nydia Ecury, van Mowaffk Al-Sawad en Mia You. Het liefst zou ik zien dat er nooit meer een bloemlezing verschijnt met louter Nederlandstalige poëzie.”
Op 27 november is er een middagprogramma in Harbrinkhoek en op 3 december is er een middagpogramma in Nijmegen bij het Poëziecentrum
Mocht u ook iets willen organiseren dan hoor ik het graag!
Overzicht talen:
Het Achterhoeks, Afrikaans, Arabisch, Bildts, Brabants, Dari/ Farsi, Drents, Esperanto, Engels, Fries, Genemuidens, Gronings, Hebreeuws, Indonesisch, Kollumerpompsters, Limburgs (o.a. Maastrischts en Kerkraads), Midslander Dialect (Terschellingen), Nederlands, Papiaments, Sarnami, Sranantongo, Stellingwerfs, Twents, Volendams, West-Fries en het Zeeuws.
Overzicht auteurs:
Amir Afrassiabi, Rik Andreae, Robert Anker, Chairil Anwar, Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Shakila Azizzada, Aletta Beaujon, Asaph Ben-Menahem, Ineke Berentschot, Wim Bluemers, Frans Budé, Jac. Bulle, Cándani, Edgar Cairo, Leonne Cramers, Eppie Dam, Kwame Dandilo, Gerrit Hendrik Deunk, R. Dobru, Nydia Ecury, Elisabeth Eybers, Herman Finkers, Aly Freije, Jörgen Gario ‘unom’, Jan Glas, Paula Gomes, Fieke Gosselaar, Halil Gür, Henny Hamhuis, Jan Kornelis Harms, Erik Harteveld, Rein Heerink, Tsjêbbe Hettinga, Hans Heyting, Jelle Kaspersma, Hans Keuper, Henk Kolvoort, Marga Kool, Harm Koops, Everdien Koskamp-Luijmes, Wiel Kusters, Gerrit Lansink, John Leefmans, Titia Lont, Lamia Makaddam, Tip Marugg, Djordje Matić, Hans Mellendijk, Saul van Messel, Steijn Minholts, Raj Mohan, Tiny Mulder, Richard Muller, Jit Narain, Ramsey Nasr, Gerard Nijenhuis, Munye Oduber-Winklaar, Frank van Pamelen, Guillaume Pool, Esther Porcelijn, Sonja Prins, Otjep Rahantoknam, Naji Rahim, Roel Reijntjes, Astrid H. Roemer, Sebastiaan Roes, Arno Römgens, Gerrit Roosink, Suze Sanders, Mowaffk Al-Sawad, Dick Schlüter, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Sitor Situmorang, Michaël Slory, Albertina Soepboer, Marien Stroo, Frank Tazelaar, H. van Teylingen, Albert Tilma, Sijmen Tol, Trefossa, Jan Siebo Uffen, C.B. Vaandrager, Johan Veenstra, Peter van der Velde, JACE van de Ven, Arie de Viet, Peter Visser, Lammert Voos, Theo Vossebeld, Nina Werkman, Jan Widdershoven, Willem Wilmink, Peer Wittenbols, Mia You en Jan Zwemer.
Overzicht vertalers:
In veel gevallen hebben de auteurs hun werk zelf vertaald. Die namen heb ik hier weggelaten. De andere vertalers zijn: Cynthia Abrahams, Joost Baars, Benno Barnard, Abdelkader Benali, Hans de Beukelaer, Jan Glas, Tamir Herzberg, Assad Jaber, Esther Jansma, Effendi N. Ketwaru, Henk Krosenbrink, Tsafrira Levy, G.O. Nijland, Kees Nijland, Jan Popkema, Suze Sanders, J.A. Smit, Kees Snoek, Jabik Veenbaas, Willem van der Velde, Dolf Verspoor, Goaitsen van der Vliet en Paul Weelen.
Een aantal voordrachten zijn te horen op soundcloud:
...wullah, poetry poet, let mi takki you 1 ding: di trobbi hier is dit ben van me eigen now zo 66 jari & skerieus ben geen racist, aber alle josti op een stokki, uptodate, wats deze shit? ik zeg maar zo mi was nog maar een breezer...
Naast ruimte voor streektaal en dialect wilde ik ook graag ruimte bieden aan straattaal. Ramsey Nasr schreef als Dichter des Vaderlands op verzoek van de 4e Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam dit virtuoze en nog altijd actuele gedicht 'Mi have een droom'.
Arjen van Veelen interviewde Nasr ooit voor voor Onze Taal. Daarbij kwam de totstandkoming van 'mi have een droom' ook uitgebreid ter sprake. Je kunt het interview lezen via de volgende link:
De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie - 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu
Een bloemlezing met streektalen, dialecten, straattaal en meer
Met steun van de Koninklijke Bibliotheek en Turing Foundation
Uitgegeven door Uitgeverij Querido
ISBN: 9789021436937
€ 22,99
Verschijnt 8 november 2022
Tsead Bruinja: “Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam ik mij voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Ik plaatste online een oproep om gedichten in te sturen en zat van 2019 tot en met 2022 regelmatig in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Collectiespecialist Arno Kuipers speelde daarbij een cruciale rol. Hij haalde voor mij bundels en bloemlezingen uit het depot om door te spitten en regelde een kantoortje. Na drie jaar lezen en mede met steun van de Turing Foundation is er nu eindelijk het resultaat, een bloemlezing die een andere blik biedt op de Nederlandse poëzie, o.a. doordat ze verder kijkt dan de Nederlandse taal.
De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie en bevat gedichten uit Nederland, Indonesië, Suriname en de Antillen, maar ook werk van nieuwe Nederlanders uit het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Het boek wil en kan geen volledig overzicht zijn van de beste gedichten geschreven in het koninkrijk, wel een startschot voor een andere inclusievere blik op onze literatuur en wie daar wel en niet aan meedoet.
Irakezen, Iraniërs, Amerikanen en anderen hebben in Nederland werk gemaakt dat met ons te maken heeft. Dat grotere verhaal ontbreekt tot nu toe in de bloemlezingen. “Onze” literatuur is die van Remco Campert, Tjitske Jansen en Radna Fabias, maar ook die van Tsjêbbe Hettinga, Jan Glas en Nydia Ecury, van Mowaffk Al-Sawad en Mia You. Het liefst zou ik zien dat er nooit meer een bloemlezing verschijnt met louter Nederlandstalige poëzie.”
Op 27 november is er een middagprogramma in Harbrinkhoek en op 3 december is er een middagpogramma in Nijmegen bij het Poëziecentrum Nederland.
Mocht u ook iets willen organiseren dan hoor ik het graag via tseadbruinja(apestaartje)hotmail.com!
Overzicht talen:
Het Achterhoeks, Afrikaans, Arabisch, Bildts, Brabants, Dari/ Farsi, Drents, Esperanto, Engels, Fries, Genemuidens, Gronings, Hebreeuws, Indonesisch, Kollumerpompsters, Limburgs (o.a. Maastrischts en Kerkraads), Midslander Dialect (Terschellingen), Nederlands, Papiaments, Sarnami, Sranantongo, Stellingwerfs, Twents, Volendams, West-Fries en het Zeeuws.
Overzicht auteurs:
Amir Afrassiabi, Rik Andreae, Robert Anker, Chairil Anwar, Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Shakila Azizzada, Aletta Beaujon, Asaph Ben-Menahem, Ineke Berentschot, Wim Bluemers, Frans Budé, Jac. Bulle, Cándani, Edgar Cairo, Leonne Cramers, Eppie Dam, Kwame Dandilo, Gerrit Hendrik Deunk, R. Dobru, Nydia Ecury, Elisabeth Eybers, Herman Finkers, Aly Freije, Jörgen Gario ‘unom’, Jan Glas, Paula Gomes, Fieke Gosselaar, Halil Gür, Henny Hamhuis, Jan Kornelis Harms, Erik Harteveld, Rein Heerink, Tsjêbbe Hettinga, Hans Heyting, Jelle Kaspersma, Hans Keuper, Henk Kolvoort, Marga Kool, Harm Koops, Everdien Koskamp-Luijmes, Wiel Kusters, Gerrit Lansink, John Leefmans, Titia Lont, Lamia Makaddam, Tip Marugg, Djordje Matić, Hans Mellendijk, Saul van Messel, Steijn Minholts, Raj Mohan, Tiny Mulder, Richard Muller, Jit Narain, Ramsey Nasr, Gerard Nijenhuis, Munye Oduber-Winklaar, Frank van Pamelen, Guillaume Pool, Esther Porcelijn, Sonja Prins, Otjep Rahantoknam, Naji Rahim, Roel Reijntjes, Astrid H. Roemer, Sebastiaan Roes, Arno Römgens, Gerrit Roosink, Suze Sanders, Mowaffk Al-Sawad, Dick Schlüter, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Sitor Situmorang, Michaël Slory, Albertina Soepboer, Marien Stroo, Frank Tazelaar, H. van Teylingen, Albert Tilma, Sijmen Tol, Trefossa, Jan Siebo Uffen, C.B. Vaandrager, Johan Veenstra, Peter van der Velde, JACE van de Ven, Arie de Viet, Peter Visser, Lammert Voos, Theo Vossebeld, Nina Werkman, Jan Widdershoven, Willem Wilmink, Peer Wittenbols, Mia You en Jan Zwemer.
Overzicht vertalers:
In veel gevallen hebben de auteurs hun werk zelf vertaald. Die namen heb ik hier weggelaten. De andere vertalers zijn: Cynthia Abrahams, Joost Baars, Benno Barnard, Abdelkader Benali, Hans de Beukelaer, Jan Glas, Tamir Herzberg, Assad Jaber, Esther Jansma, Effendi N. Ketwaru, Henk Krosenbrink, Tsafrira Levy, G.O. Nijland, Kees Nijland, Jan Popkema, Suze Sanders, J.A. Smit, Kees Snoek, Jabik Veenbaas, Willem van der Velde, Dolf Verspoor, Goaitsen van der Vliet en Paul Weelen.
Een aantal voordrachten zijn te horen op soundcloud:
Dit gedicht van Mia You is opgenomen in "De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie - 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu" (Querido, november 2022). Het gedicht is in de juiste opmaak te lezen op www.cityofliterature.nl/mia-you-proverb/ . Ik plaats hieronder de tekst en de vertaling van Joost Baars om mee te kunnen lezen. Aan de opmaak is hier niet veel te doen helaas. In de bloemlezing staat het gedicht in een opmaak die door Mia You is goedgekeurd.
bright star, spin faster, spin higher, spin all the splendor of us as revolutionary crisis, bright star, we’re here regardless of the future, rouse radical ambiance not violence, the future is a filter that flatters all
thus is fake, we awake forever in a sweet unrest how faithfully we inventory all the hours, though even the seas and seasons have lost track of all measure
vaster facilities for storage, less held knowledge, how industrious the laws that see matter as pro forma let it go, bright star, this blade, pulse, breath has no other lesson, you’ll burn me from within, just as I’ve done with them a mind is a mine, mine, hem roeckt niet wiens huys dat brant goes old wisdom, als hi hem by de colen wermen mach endless is the chill of not yet, not near, enough –
Spreekwoord
blinkende ster, spin sneller, spin hoger, spin onze luister en lof uit als revolutionaire crisis, blinkende ster, hier zijn we risicotoekomst of niet, roep radicale ambiance niet geweld op, de toekomst is filter, flatteert ons allemaal
trucage dus, wij ontwaken eeuwig in een zoete onrust hoe toegewijd schrijven we de uren op, maar ach er bestaat zelfs geen zee of seizoen meer met mate
vemen veel groter, minder kennis bewaard, hoe nauw is de greep van de wetten die materie zien als pro forma laat het gaan, blinkende ster, deze kling, klop, adem heeft geen ander lesje, je zal me van binnenuit verbranden, zoals ik hen idem al mijn gedachten mijnschachten, hem roeckt niet wiens huys dat brant gaat oude wijsheid, als hi hem by de colen wermen mach eindeloos is de rilling van nog niet, niet nader, genoeg –